De naheffingsaanslag omzetbelasting is terecht opgelegd. Belanghebbende is niet geslaagd in de op haar rustende bewijslast.
De omstandigheid dat de administratie van belanghebbende is zoekgeraakt bij verhuizingen van haar dochter tussen diverse ggz-instellingen ontslaat haar niet van de in artikel 15, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet OB gestelde verplichting om aan de hand van facturen het door haar geclaimde recht op aftrek van voorbelasting te staven met facturen.